Stadsgedichten Elfie Tromp
Op deze pagina vind je de stadsgedichten van Elfie Tromp voor 2023-2024.
Stadsgedichten 2023
het kan altijd alle kanten op
tijd heet hier casino
een balletje dat draait
in de kom van onze bekken
momenteel een kans van
één op 655,468 inwoners
postercampagnes voor gemengde relaties
en daadwerkelijk gemengde relaties
maar ook bangbekken die leuzen beamen
kapen bruggen die zijn gebouwd
neem niets voor lief, ook jezelf niet
wijs een vinger
trek een streep
tot hier en niet
tot hier en niet-
wat door mensen is gemaakt
kan door mensen worden gewist
wat in het licht staat werpt een schaduw
dit is de gevlekte huid van je thuis
je woont niet in je winst, maar in je erfenis
alles wat er is laat zien
wat verdween of nooit verscheen
is net zo aanwezig als jij en ik
hier en nu
we geloven hier van alles
vooral in ons eigen gelijk
veeg je denken voor je verder gaat
leven is de toekomst bevlekken
de kunst is om dat goed te doen
Elfie Tromp
Stadsgedicht 1, 2023
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van de staking van de vuilnismannen en -vrouwen.
Rattenplaag
zonder jou ligt alles vol
eraf, ernaast
het broeit, het stinkt
naar mensratten die piepen:
‘efficiëntie!’ ‘ketenmanagement!’
‘concurrentiepositie behouden!’
maar er zit geen winst
in wegwerpcultuur
in plastic praatjes
jij raapt op
houdt bijeen
ordent alle troep
laat zien wat overduidelijk is
laat het liggen
laat het gisten
laat ze zien
hoe de straten vullen met vuil
waardeloos, misschien,
maar jij niet en je weet
wat je waard bent
vuilophaler
schatgraver
stedendrager
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van de Koningsdagviering in Rotterdam.
Ceremoniemens
je bent bloed en munt
mens en monument
een wildvreemde
met een bekend gezicht
een ceremoniemens
dat als duur servies
voor speciale gelegenheden
uit de kast wordt gehaald
je mag lachen, maar niet te breed,
anders houden ze niet meer van je
jouw geluk wordt gewogen
in belasting en staatsschuld
wat je had kunnen zijn:
lid van het buurtcomité
buschauffeur in een middelgrote gemeente
moppentapper, slager, directeur
van een beschuitfabriek
ik zie een man met twee benen
die zo goed als het gaat
doet wat er van hem wordt gevraagd
je draagt de zeeschildpad naar zee
je danst met wezen
je wuift bedeesd
je weet heel goed
dat elke uitgestoken hand
zich kan ballen tot een vuist
je weet nog beter
dat elke lach bestaat uit tanden
ze dragen je hier vooralsnog op handen
dat heet
een wankel
evenwicht
Dit stadsgedicht werd geschreven voor de herdenking van het bombardement op 14 mei 2023.
14 mei 1940, 13.27
Iemand die bombardeert, of het bevel tot een bombardement geeft,
zou zich eerst zelf moeten laten bombarderen.
- (H.J.A. Hofland)
14 mei 1940:
Mijn opa Harry is geen held
maar 22 en heeft honger
13.27 de koninginnensoep wordt geserveerd
13.29 hij blaast op zijn lepel, neemt een hap
13.31 de eerste bom valt op het Noordereiland
het dak kraakt
de woonkamer fikt
mijn opa roffelt de trap af
de laatste blik:
het tafelkleed in lichterlaaie
het roomwitte servies barst
in de hitte als popcorn
buiten verduistert gruis
de stad zwart-wit
zijn moeder hoest
zijn vader vloekt
‘Pak de- pak de- Laat ook maar!’
ze volgen de stroom
van stofwolkburen
naar de schuilkelder
door straten vol
bommen
vol
mensen
waarom zou je gillen
denkt mijn opa
als je moet rennen?
hij is de rest van zijn leven stil
werkt hard, wacht af
wie weet wanneer
de volgende valt
droge mond, kloppend hart,
met in zijn vuist de zilveren lepel
waar hij net nog mee at
hij staat daar nog steeds
ondergronds
ging zelf nooit af, maar
stolt en stolt en stolt
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van het nieuwe standbeeld 'Moments Contained' van kunstenaar Thomas J. Price.
Mensbeeld
Ieder mens is een schildwacht
wat wordt bewaakt
verschild
leun gerust tegen mijn benen
als een kind, lach
achter mijn rug
sommigen worden zwart geboren
sommigen worden zwart gemaakt
dat heet: mensbeeld
ook zonder insigne of helm
is een mens het eren waard
leven is een radicale daad
de wereld wil dat je groeit
dat je blijft groeien
soms groei je tot wel vier meter lang
het ligt aan waar je staat
tot welk verhaal
je mijn schaduw
maakt
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van de schietpartij in Rotterdam. Voor Romy, Marlous en Jurgen en iedereen die van hen hield.
Je bent er
Je bent mooi zoals een gelukkig kind:
levenslustig, stralend, je kijkt me aan en de stad trilt
je opende een deur
zoals je altijd ja zei
tegen het leven
het was een gewone dag
je fietste naar je werk en
was voorbereid maar niet hierop
je stond op
maakte ontbijt
voor de mensen
waar je het meest van houdt
je keek op
en was verdwenen
waar je liep
liggen bloemen
Mama Erasmus
1.
Wie denkt dat het voldoende is
geboren te zijn, heeft het helemaal
verkeerd, aldus Erasmus
als je denkt dat ik je heb gebaard
om achterin de bus te zitten
dan heb je het fout, sneert mijn moeder
je kunt aan een hoop ontsnappen
oorlog, ziekte of je ware liefde
maar niet aan de stem van je moeder
elke moeder is een soort filosoof
maar ze zijn niet allemaal Erasmus
2.
Je kunt boeken lezen
maar ook mensen
een kind en zijn ouder
kennen elkaars taal
ik spreek vloeiend moeder
ze lacht graag
daar zit de crux
wist Erasmus al
humor is een protest
een dekmantel
een goocheltruc
om te zeggen wat we denken
zonder te krenken
3.
Erasmus schreef meer dan twee meter aan werk
- herziene edities niet meegeteld -
ik kocht vandaag appels op de markt
voor een goede prijs en schreef dit gedicht
ook Erasmus moet honger hebben gehad
wie hem voedde, wat hij at
daar heeft hij het nooit over gehad
wel waarschuwt hij tegen moeders verwennerij
daar krijg je slappe mensen van
het is maar net welke moeder
je hebt gekregen
Erasmus, you lucky boy
Troost
troost wordt gewantrouwd
zeker in de poëzie
die wil te graag
waardoor het juist
irriteert
het moet achtelozer
zoals een hand
die je jas aanneemt
na een lange dag
je op de schouder klopt
een kaars aansteekt
bij binnenkomst
zo werkt troost
dat je op de drempel van dit gedicht
mij kaars ziet schrijven en
zo lang als je dit leest
de warmte voelt
Stadsgedichten 2024
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van het besluit een nieuwe stadsbrug te bouwen, die het einde van het natuurgebied de Esch zal betekenen.
Vuile Handen
Nooit zegt iemand:
ik haat natuur
bladblazers en gifstrooiers
composthoopkenners en rommelplanters
zeggen allemaal van natuur te houden
als je een tuin wil laten bloeien
moet je vuile handen maken
als je een stad wil laten leven ook
wat is leven, kun je vragen
moet je snoeien en met harde hand
je eigen tuin van Eden vormen
of de natuur zijn gang laten gaan?
bruggen bouwen klinkt goed
maar betekent ook wegen leggen
op zachte grond waar dieren sliepen
het begint bij een hartslag en een ademhaling
het is aan ons wiens hartslag
we horen, welke lucht we ademen
Dit stadsgedicht werd geschreven naar aanleiding van de herdenking op 4 mei 2024 in de Laurenskerk, Rotterdam.
4 mei
op de dag dat ik dit gedicht schreef
liepen vier jongens langs wat eens een weg was
terug naar hun huis in de hoop
vrienden of huisraad te redden
de drone die hen volgde wist met precisie
een bom te lossen op hun pad
ze verdwenen in een stofwolk
die alleen nog online te zien is
het zijn de details die je bijblijven
ik heb dit eerder gezien
in een andere vorm gehoord
dit gedicht probeert iets te eren
wat eerloos werd geruimd
wat is het waard?
onrecht trekt nu langs andere plekken, zoals de nacht
langs de evenaar verschuift
je wilt huilen naar de maan van dit armzalig bestaan
herdenken voelt verdacht veel als wachten
op die boemerang van het verleden
zoveel gruwel en in naam
van wat?
ik wil mensendaden niet beschrijven
als een onvermijdelijke kracht
wat je met twee armen en benen kunt doen
is even wonderlijk als beestachtig
hoe meer je weet hoe meer
het je de adem beneemt
je wiegt je eigen hoofd als troost
hoe is het mogelijk dat iemand hier
ooit in heeft geloofd?
Dit gedicht is geschreven als cadeau aan het Ikazia Ziekenhuis voor de uitstekende zorg bij de geboorte van haar dochter Mubi.
De natuurlijke houding van de hand
is een lichte bolling, omdat deze gemaakt is
om te beschermen
het zijn handen
die vasthouden en voorschrijven
dragen en dragelijk maken
in een hand zitten 27 botjes
er zijn huizen met minder muren
van de geboorte tot aan de laatste groet
word je gedragen en niet alleen
door het huis van je eigen huid maar
door de handen van anderen
Dit gedicht is geschreven ter ere van het afscheid van Ahmed Aboutaleb als burgemeester.
Macht in een notendop
er was eens een lieve, ongeletterde moeder, een koe en een ezel wiens hoofd
je streelde na het water halen in de stilte en hitte van Beni Sidel
dat deze jongen burgemeester zou worden, had je toen zelf niet geloofd
(achteraf kun je zeggen: zie je wel)
Ik heb geen macht, zei je, alleen mijn streven
je bent als mens niet verheven boven
maar door de wereld heen verweven
je moet zonder twijfel in de toekomst geloven
ik kan nu hooguit mensen aansporen en zaken belichten
en dat deed je met alles wat je had, in een notendop
je kent de kracht van taal en weet hoe ermee te dichten
wie sprak eerder zo beheerst de woorden: rot toch op
die jongen uit Beni Sidel wist nog niets van macht
maar hij had wat nodig was: geloof en daadkracht