Jeugdstadsdichter
Vienne Haagoort is in 2020 de jeugdstadsdichter van Rotterdam. Net als stadsdichter Dean Bowen schrijft ze in deze periode gedichten over alles wat met de stad te maken heeft. Op deze pagina lees je meer over Vienne en haar stadsgedichten.
Vienne stelt zichzelf voor
Vienne (2003) schrijft al zo lang ze zich kan herinneren. Ze gebruikt kleine verhaaltjes, gedichtjes en zinnetjes om zichzelf uit te drukken, maar ook om alles om zich heen op te nemen en te beschrijven. “Ik houd van mooie woorden, zinnen en stijlfiguren”, zegt Vienne. Naast dichten kan de nieuwe jeugdstadsdichter ook nog piano, gitaar en ukelele spelen. Inspiratie haalt ze uit muziek en boeken. Wat betekent schrijven voor de jonge dichter? “Vrijheid” zegt ze overtuigd. “Ik kan er alles in kwijt: het papier draagt mijn woorden, toewijding en emoties.”
Stadsgedichten van Vienne
Vienne schreef Later voor haar optreden in de finale en won mede met dit gedicht de titel Jeugdstadsdichter van Rotterdam 2020. Alle finalisten kregen de opdracht een gedicht te schrijven in het kader van het thema van de Poëzieweek 2020: de toekomst is nu.
Later
Later kwam eerder dan wij verwachtten
Zij had het ons gezegd
Maar wij bleven maar
Lijstjes maken, verbeterpunten sparen
En negeren wat er echt toe doet
Zij voelde zich ongehoord
Haar moed liggend onder de zeespiegel
Weerspiegelde ons
Onbeschermd, haar beschermend, lagen wij op de open velden
Helden hoopten we genoemd te worden
Maar zij had het ons gezegd
Ook onze moed vaagde weg
Zij wilde weer opstaan maar werd afgebroken tot op haar botten
Een geraamte dat zich niet staande hield
In de stilte na de storm
De leegte vertelde ons want haar woorden waren verloren
Maar onze oren wilden haar nu horen
Zij liet de stilte spreken, toonde ons al haar gebreken
En lachte ons toe
Uitgeput en moe
Later kwam eerder dan wij verwachtten
Wij schrokken op uit onze gedachten
Op haar open wonden bouwen wij verandering
Want
De tijd kost
Maar is onbetaalbaar
De stilte spreekt
Maar is onverstaanbaar
Luister alsjeblieft heel even naar haar
Zij zal de dagen dragen en aan ons vragen
Wat er nou echt toe doet
En is elke lach eerlijk en goed
Zij was opgestaan, geheeld
Had haar verdriet met ons gedeeld opdat haar zware hartstocht nu was gestild
Wij openden onze ogen
En konden niet geloven
Dat het al nu was
Later komt eerder dan wij verwachten
Later is nu
Het tweede officiële stadsgedicht van de jeugdstadsdichter is getiteld Verandering; een gedicht ter gelegenheid van 75 jaar Vrijheid in Nederland, en in Rotterdam. Vienne zou haar gedicht hebben voorgedragen op verschillende evenementen zoals het Vertelfestival in de bibliotheek en het Bevrijdingsfestival Zuid-Holland, maar in verband met de maatregelen tegen het coronavirus zijn deze geannuleerd. Er is een video gemaakt waarin Vienne het gedicht voordraagt, deze is hier te bekijken.
Verandering
Het was de stilte tussen de schoten in
Het luisteren naar regels en wetten
Vaak enkel woorden, af en toe een zin
Zo tegen onrecht verzetten
Geringe afstand tussen angst en gaan
Door het moeten, minder mogen
Horen zonder echt te verstaan
Elkaar niet meer aankijken in de ogen
Het was zonder keuzes kiezen
Het waren de stillere vreugdekreten
Meer dan elkaar en onszelf verliezen
Meer dan simpelweg ogen dicht en vergeten
Veranderingen over tijd
Brachten ons ver van hier
Doorgegaan met hoop, minder spijt
Schrijven nieuwe woorden en zinnen op papier
Laten we meer samen, minder alleen
Accepteren dat het soms even niet
Er niet meer over- of omheen
Maar dat we delen in onze vreugde en verdriet
Laten we naar tranen luisteren
Laten we lopen en af en toe zweven
Laten we soms hardop en soms fluisteren
Laten we opnieuw proberen en vergeven
Het is het zich er wellicht niet altijd bewust van zijn
Of begrijpen wat ze bedoelen
Het is het samen leven zonder schild en schijn
Opdat we vergeten, herinneren en voelen
Zij was er altijd al
Belichaam de aarde
Hoe zij geboren in water
Verloren als later leek
De grond de druppels week
En zij iets vanuit leeg werd
Het waren de onschuldige eerste stappen
Die de gevolgen moesten dragen
Van dagenlang door
En de aarde vormde de mensen
En hun stemmen stichtten een stad
Het water vormde de havens
Het vroeger en het later, werden heden
Ze zocht een weg om begrepen te worden
Niet vergeten
Maar verbeterd te worden
Haar woorden waren de stenen
En de mensen maakten zinnen
Bouwden een hart van binnen
Door haar aderen stroomde leven
Het was het geven en het nemen
Wat haar ademt
En hoe de regen als vloed
Eb voorbij
Spaarden wij onze woorden tot het verzetten van zinnen
Haar lichaam leeg
Ze zweeg
Zij was de stiltes lang
En had onze handen zachtjes gevangen
In de hare
We vergaten wie ze waren
Wie wij
Wie hen
Wie zij was
We vergaten dat de stilte bestond
Want het nagalmen van hun lichamen was
We vergaten dat de leegte
Want het was nooit zo
We vergaten dat we soms
We vergaten dat
Belichaam de aarde
Hoe ze verloren en verlaten
De straten als littekens
Het stof als dekens
Over ons heen
De nachten waren lang niet zo koud
Als het wachten op
Haar lichaam dichtgevouwen
Handen uit de mouwen om haar op te vangen
Een leven lang verlies
Til de lagen op
Haar blote huid zichtbaar
Zachtjes tegen ons aan
Bestaan is subjectief
Maar we bestonden
Met lege handen bouwden we haar wonden heel
Zij was de stiltes lang
Wij opnieuw
Lange leegtes maken ruimtes vol
Haar warmte die er altijd al
Haar licht dat er altijd al
Zij die als de wind en wolken
Zij was er
Zij was er altijd al
Rotterdam wat is je adem of valt het samen met de mijne
Rotterdam ik wil weten, welke vragen wij nog meer
Rotterdam ik spoelde aan
Werd een vondeling, jou in de schoot geworpen
Rotterdam ik zoek je hart, nog steeds
En ik hoor hoe het dreunt uit de voegen van je willekeur, maar het kent geen plek
Geef het een plek, een hier, een thuis in de weerbarsten van je kinderen
Rotterdam, ik zoek je stemmen
Vind ze soms in de dochters van je wateren
En je was me even kwijt
In de leegtes van gisteren en de stiltes van morgen
Rotterdam, ik ken de ritmes van je stemmen
Ze begrenzen hetgeen waar je de woorden niet voor wist
Rotterdam, ze zullen je altijd kind noemen
Nog met jouw baarmoeder om hen heen
Schrijf de namen in je huid
Maar leer ze uit je hoofd
Rotterdam je herdenkt in alles dat je achterliet
Een oud weten dat we delen als publiek geheim
Rotterdam ik zag je dansen onder het brons dat een nieuw hemel draagt
En ik ken de weg naar jou terug
Rotterdam, ik kom altijd terug
Was een kwart jaar uit je trend gekanteld maar we zijn met zoveel tegelijk, Rotterdam
En wat samen zijn wij of zijn wij afgewend van elkaars gezichten af te lezen
Blind voor het veelvoud dat je draagt
Tegen je borst aangedrukt, alsof je wilt zeggen dat we veilig
Rotterdam wat ben je?
Ook ik zag je dansen in een licht dat we blauw noem(d)en
Rotterdam, ik weet dat je meer adsorbeert dan je dragen kan
Een opgelegd zwijgen verzwaard iedere zucht
Rotterdam, waarom resoneren wij in verschillende frequenties,
terwijl wij geen harten
Het verwachten is het barsten van de huid
Geef hen de stilte waar ze om vroegen
Rotterdam, neem zelf ook wat
Rotterdam, wanneer draag ook ik de schuld voor je vertoon?
Je roepen is een razende uithaal
Een vlaag langs metalen façades om ons omver te werpen
Rotterdam, mag er in jou, wat wij kwijt in je lagen, het patina
Rotterdam je bent weelde, of waanzin,
Een echo in het maken als het offer van je buigen, je overschreeuwt
En ik weet niet wat you make happen, maar er gebeurt zoveel op Zuid, in Spangen,
In al je uitstrekken maar ik ken je oost nog niet genoeg
Het spijt me, Rotterdam
Je nacht en leven erodeert en ik kan er enkel over schrijven
Rotterdam, wat is je taal, als niet een waterig soort uitademen
Je talen, vertaald, verhalen van wie jij naar je toe wist te trekken
Van wie er afsteekt tegen een lege hemel
En iedereen mag hier
In alle vormen bestaan wij langs jouw chaos
Rotterdam, je klinkt hol
De geluiden die we maakten zullen voor altijd
Begrijpen is een verwaarloosbaar begrip in jouw zijn
Groeien kan ook in zichzelf
Rotterdam, vraag om lucht bij ademnood
Vergeef de littekens die jouw veranderden
Ik hoorde het weerklinken in een kakofonisch verleden,
Of een nieuwe stilte maar altijd aanwezig op een meanderende binnenweg
Ik zag het zich nestelen in een onwennig heden,
Onder de schaduw van een leeg bestaan
Ik weet niet of ik je beter ken of meer van je houdt, Rotterdam
Maar ik ben je meer geworden
Door jou uitgerekt
En als ongeboren in jou gevouwen
We bouwen aan elkaar
Vinden alternatieve reflecties in de scherven van onszelf
Alsof wij, altijd een soort vooruit
Alsof wij altijd, Rotterdam
En je bent een botte elegantie,
Een pokdalig canvas, voor een weerbarstig hart
Rotterdam yu wan bigi spikri en wij zijn je weerkaatsen
Wij zijn je weergeven
Je reikt ons een hand vol gesloten ogen
Beëindigt jouw eenzame dialoog
Geeft de regen zijn tranen
In het deinzen zijn wij, Rotterdam,
Altijd andere golven geweest
Rotterdam, meneer Deelder is dood en hij liet een mensvormig leeg in je achter
Rotterdam je raakt je bodem kwijt wanneer je te veel opwaarts
Te veel littekens die je blijven definiëren
Rotterdam waarom zijn je harde kinderen, een instinctieve neiging
Een openbarende ethiek van een onvoorspelbaar razen
Rotterdam gun ons alle gebrek aan de ruimte van je uitverkoop
Rotterdam waak voor de exodus
Je voegen vol van residu, de details die je duiden
Rotterdam je verzwelgt, slokt op wat je binnenvalt
Rotterdam, het is jij afstand ik
En soms is dat wat wij nodig
De lijnen in jouw huid spoelen niet weg
Het licht is niet alleen van hen en het donker niet enkel van jou
Rotterdam, de leegte van jouw adem
Doet me denken aan
De duizeling doet ons tuimelen in Rotterdam
Ik zoek advies voor bij het vallen
Ben met jouw materie vervlochten
En ik raak niet los
Zoals ook jij niet van je helden van nooit geweest
Het gewicht van de weerstand geeft je aangezichten nieuwe namen
Rotterdam het zijn er zoveel
En ik hoor je wensen
Hoe wij belichamen jouw aarde
Als een soort van ver-laten maar dan dichtbij
Geef het onbekende stemmen
Verleng je hartstocht in de lucht
Rotterdam, een subjectieve werkelijkheid zal de stralen dragen
Jou verlichten
Een draaiing in onze schijnlichamen
Stelt een omhelzing voor
Zoals wij elkaar moeten leren dragen, een nieuwe generatie
Waar er voor iedereen een nest als origami gevouwen van Artikel 1
Rotterdam je vloeit vol
Of is er sprake van een lek
Het overviel allen die probeerden te zwemmen op het droge
Rotterdam ik ben het kwijt soms
Ik wil langer naar je luisteren dan de tijd die mij gegund
Je bent iets onweerstaanbaars
Een naam die in mijn basis krast om altijd te zeggen
Dat ik hier was, slechts eventjes in jouw zevenhonderdvijftig jaren
Op dat kleine stukje gemaakte aarde
Rotterdam je fluistert in mijn oor
Vertel ons niet enkel de/jouw waarheid
Kleine geheimen, moet je kwijt
Een zee van zwijgzaamheden
Een kabbelend verlangen naar
En ik spoel aan in je confrontaties
Hoe onze navelstreng onlosmakelijk verbonden
En je hebt me nooit gebaard
Rotterdam, je vleugels zijn bedoeld om te vliegen
Rotterdam verlaat ons niet
Het hopen is nog niet verleerd
Rotterdam we blijven bij je
Rotterdam je lijkt zo kalm
Rotterdam, we wisten dat je kon zwijgen,
Maar in ons altijd luidop
Dean Bowen & Vienne haagoort
Video 'Belichaam de aarde'
Nieuws
Wat doet de jeugdstadsdichter?
De jeugdstadsdichter schrijft minimaal vier gedichten per jaar. Deze gedichten gaan over alles wat met de stad te maken heeft. Een paar onderwerpen staan vast, maar er is ook vrijheid om zelf te bedenken waar je graag over zou willen schrijven. De jeugdstadsdichter draagt ook een paar keer zelf geschreven gedichten voor, bijvoorbeeld tijdens het Poetry International Festival en het Kinderboekenweekfeest.