Skip to main content

Stadsgedichten Ester Naomi Perquin

Ester Naomi Perquin heeft als stadsdichter van 2011 en 2012 de onverwachte, grillige schoonheid die Rotterdam zo eigen is proberen te verwoorden. Zo schreef ze een gedicht over de voedselbank voor de ruim 2800 gezinnen in Rotterdam die onder de armoedegrens leven. Maar ze schreef ook over dromen, reizen en het ijsbeertje Vicks in Diergaarde Blijdorp.

2011

#1 Droomt een kind in Rotterdam

Wie droomt er in de winter niet van sneeuw en ijs? En wie hoopt er niet dat in het nieuwe jaar al z'n wensen uit zullen komen? Het laatste stadsgedicht van 2011 was dan ook bestemd voor... iedereen! Het gedicht "Droomt een kind in Rotterdam" is op een ansichtkaart gedrukt en gratis in de stad verspreid. Ook hingen verspreid in de stad posters met het gedicht.

#2 Afgemeten

Iedere week zijn meer dan 2800 Rotterdamse gezinnen afhankelijk van de Voedselbank. Zij leven onder de armoedegrens en zijn nauwelijks in staat om een maaltijd op tafel te zetten. Speciaal voor hen schreef Perquin het gedicht "Afgemeten". Het gedicht werd gedrukt op 12.000 tassen en verspreid door bakkerijketen Klootwijk. In november 2011 overhandigde Ester het eerste exemplaar van een tas met daarop haar gedicht aan Clara Sies, directeur van de Voedselbank. De Stadsdichter riep hiermee bovendien op de Voedselbank te steunen onder het motto 'Heeft u ook de buik vol van woorden? Stel dan daden!'.

#3 Gaandeweg

"Gaandeweg" schreef Ester speciaal voor de reiziger, groots te lezen op Centraal Station Rotterdam. Het gedicht hing in juni in twintig posterlijsten op het station en werd later aangebracht op de buitengevel. Voor de internationale reizigers werd het ook in het Engels vertaald.

Gaandeweg

Hier kun je best zijn zonder dat te weten (een heel
ontspannen leegte ter hoogte van je hoofd)

al raak je straks weer vastgekleefd aan uitgedachte lijnen
richting huis en haard, aan welk perron, waarom
die stad, hoe laat de nachtbus gaat

en ik wil niets beweren, vooral geen richting wijzen,
geen humeurigheid of haast afleren, maar

ik maak graag van verwarring gebruik
om dit moment in gedachten te houden:
kijk eens rond. Weet u waar u bent?

Tussen zoveel mensen die zoveel dingen
maken, willen, hopen, moeten?

Ik geloof dat we langer kunnen duren.

Ik geloof dat we vaker
met een glimlach
zullen groeten.

#4 Kussen in het donker

Weet je wat jij moet doen? 'Je moet me Kussen in het donker'. Zo begon het stadsgedicht dat Ester Naomi Perquin schreef speciaal voor jongeren. Het werd aangebracht onderop het viaduct aan de Pieter de Hooghweg. Het gedicht maakt deel uit van een kunstwerk dat ontworpen is door kunstenaar Edo Rath en vormgegeven door grafisch ontwerpster Angeliek Vermonden. Het viaductkunstwerk is een particulier initiatief om de kade van de Coolhaven te verfraaien. In juli 2011 werden gedicht en kunstwerk feestelijk onthuld.

#5 Om zelf te proberen

Mei 2011 verscheen ter gelegenheid van Bevrijdingsdag de Bevrijdingsfestival programmakrant. Ester Naomi Perquin schreef speciaal voor jongeren het beklemmende gedicht "Om zelf te proberen". In een oplage van ruim 20.000 exemplaren werd de krant gratis verspreid. In Rotterdam werden de Parklaan en omgeving omgetoverd tot één groot bevrijdingsfestivalterrein waar (inter)nationale artiesten hun opwachting maakten.

#6 Vicks

Op 6 december 2010 werd in Diergaarde Blijdorp voor het eerst in veertien jaar een ijsbeertje geboren: "Vicks". Een heuglijke gebeurtenis. Na drie maanden groeien in het donkere kraamhol ging de kleine ijsbeer in maart voor het eerst naar buiten. Ester schreef het gedicht 'Vicks' over dat bijzondere moment. Het gedicht was in Blijdorp te lezen op grote posters en werd aan bezoekers van Blijdorp en Rotterdamse bibliotheken op ansichtkaart meegegeven.

Vicks!

Ben je eindelijk geboren met twee kleine zwarte ogen
en twee kleine witte oren en vier pootjes op de grond,

kom je eindelijk naar buiten en dan staan er
zoveel mensen (vreemde snuiters)
mist te maken op de ruiten

om jou te zien als jij gaat liggen, zitten,
grommen, klimmen, gapen, eten,
voor het eerst het water raakt

en iedereen wil dan graag weten
hoe werd van ijs en kou
en al dat witte ooit

zo’n mooie beer gemaakt?

2012

#1 Voort

De gemeente heeft plannen om de snelweg A13/A16 door te trekken via het natuurgebied langs de Rotte en het Lage Bergsche Bos. Er zijn diverse tegenstanders op het plan. Het gedicht 'Voort' is geschreven om het protest tegen de snelweg nog duidelijker zichtbaar te maken.

Voort

Doe het gerust: trek een lijntje op papier en roep ui
dat de wereld sneller, grijzer, viezer kan. Kies
al weer een route tussen A en B,
geef geld uit en jaag aan.

Vertel de kalme fietsers dat ze moeten wijken,
werp huizen om, ontneem de stad zijn
achtertuin en leer de kinderen de
waardeloosheid van het groen

En doe daarna iets wat je straks nooit meer
kunt doen: leg je oor op de weg
en luister.

Onder je asfalt ruisen de bomen, zwemt
een vis, loopt een laatste wandelaar
de stad uit naar de horizon

#2 Containerbegrip

De 35e editie van het Dunya festival vindt plaats op zondag 27 mei 2012 in het Park bij de Euromast.

Tijdens het Dunya Festival op zondag 27 mei draagt stadsdichter Ester Naomi Perquin haar nieuwste stadsgedicht voor. Daarnaast geeft ze vijf dichters de kans zich aan het Rotterdamse publiek voor te stellen: Tsead Bruinja, Vrouwkje Tuinman, Jan Glas, Nyk de Vries en Sylvia Hubers. Over hen zegt ze: ‘Ik heb dichters gevraagd die ik krachtig, verrassend en intrigerend vind. Dichters met een sterke voordracht ook.’

De vijf dichters die Ester op Dunya presenteert zijn dichters die ze graag leest en hoort. Ester: ‘Ik hou van de humoristische scherpte in het werk van Sylvia Hubers, het terloops-magische in het werk van Nyk de Vries, de onverzettelijkheid in het werk van Tsead Bruinja, de innemende gekte in het werk van Jan Glas en de intieme soberheid in het werk van Vrouwkje Tuinman.’

Containerbegrip

Zie je dit schip, eerst een reusachtige stad
op het water met huizen van staal,
gekleurde blokken, opgestapeld.

Dan pas de vaart, silhouet in beweging,
je hand boven je ogen tegen
de zon, als je zwaait

naar een schip dat je denkt dat er is,
in de verte, zie je: een stip
aan het eind van een lijn,

kan eigenlijk alles bevatten, kan eigenlijk
overal zijn; een uitroepteken
dat langzaam verdwijnt.

#3 Portretten

De drukkerijgroep van Orion, een instelling voor verstandelijk gehandicapten in Zevenkamp, maakte een tentoonstelling met geschilderde zelfportretten van cliënten. Ester heeft bij deze tentoonstelling een stadsgedicht geschreven, genaamd Portretten.

Portretten

Dit is het oudste gezicht. Het lijkt wel of het er al jaren is en steeds door iemand anders wordt gedragen. Zovaak is het al bekeken, toegesproken en gekust.
Het stelt geen vragen meer. Het stelt gerust.

Dit is het openbare gezicht. Men zet het 's ochtends op en draag het door de stad, waar iedereen er naar mag kijken. Het kijkt dan ook terug.
Als je het weghaalt, dan wordt het gemist.

Dit is een droevig gezicht, dat wordt bewaard voor dode vogels langs de stoeprand en voor moeders die hun kinderen niet kunnen vinden. Voor oude mannen die uit vuilnisbakken eten. Voor omgevallen bomen.

Dit is het stiekeme, met twee ogen die steeds zien waar jij naar kijkt,
een lach die niet van wijken weet en af en toe een frons,
wanneer het aan geheimen denkt.

Maar dit is, echt waar, het mooiste gezicht.
Voor als de wereld lelijk is.

#4 Kijk maar

Er is niet veel voor nodig om een raam te maken: je hangt een bak
met bloemen aan een rand en laat gezichten op hoge poten
door je uitzicht lopen, je lijnt een hondje aan
dat even stil blijft staan en dwars
door het glas naar je blaft.

Je kunt naar buiten kijken en weer weten hoe je door de straten
bent gelopen, hand in hand met wie er toen was
en je ogen waren nog andere ogen, je hart
nog een hart dat nooit brak.

Je schrijft een stad en alle regels
zijn nog om te buigen.

#5 Wat verder ter tafel komt

Twee mensen buigen zich naar elkaar over en geloven in wat ze zien. Er is een gezicht dat je kent omdat het niet veranderd is. Eén van ons heeft een geheim. Eén van ons is eigenlijk een ander, maar verzwijgt dat al jaren. Eén van ons is al geruime tijd afwezig. Ik vertrouw de leugenaar omdat hij weet wat hij is.

Er moet hier ergens een ontsnapping zijn. Laten we cappuncino bestellen en met onze lepeltjes gangen graven in het schuim. Laten we taart bestellen en doen alsof we jarig zijn. Boven onze hoofden drijft een wereldbol, pal achter de zon. Kennis? Je weet niet eens wat er onder je voeten gebeurt.

Hou mijn hand vast tot ik je hart kan voelen kloppen. Verberg je gezicht niet achter een boek. Kijk me aan en trek een gek gezicht. Vorm een tegenwicht voor al wat grof en plat en vluchtig is. Je mag mijn koekje hebben, je mag al mijn koekjes altijd hebben. Ik wilde nog iets aardigs zeggen maar nu ben ik het vergeten.

Laten we iemand verkeerd citeren. Laten we nu gewoon eens heel lang zwijgen en daar niet ongemakkelijk bij kijken. Er drijven wolken aan die ik al eerder heb gezien, dat weet ik zeker. Je knoeit iets op het tafelblad en lacht en veegt het met je vingers weg. Dit is de juiste dag om een gedicht te lezen. Dit is de juiste dag om een verhaal te worden dat niemand op zal schrijven. Het geeft niet dat je weg bent, zolang je maar luistert.

Twee mensen houden van elkaar maar zitten zelden aan dezelfde tafel. Er is een gezicht dat je kent omdat je het nooit eerder hebt gezien. Iedereen heeft zijn geheimen onder tafel verstopt. Eén van de aanwezigen had je zelf wel kunnen worden. We kunnen onze koekjes bewaren voor als het nodig is.

Laten we elkaar straks tegenkomen en voor het eerst begroeten. Er moet hier toch ergens geen gedachte zijn. Blijf doorgaan met vragen tot ik je hand vastpak. Ik vertrouw de leugen zolang hij mooi geschreven wordt.

Echt: ver weg, achter de zon, leest iemand een boek over ons.

#6 Licht

Het gedicht ‘Licht’ werd gepresenteerd als lichtgedicht. Het stond op het plafond van de onderdoorgang van het spoor bij station Rotterdam Noord. Het lichtgedicht is geplaatst in samenwerking met kunstenaar Geert Mul.

Licht

Licht weegt in wat het zichtbaar maakt, streept
uit het donker woorden door en breekt
soms halverwege

wil van het gewicht alleen iets blijven dat
op donker lijkt, waarin je blik verdwijnt
als in de ruimte op een plein

wacht maar tot het zicht er is
steek ergens tegen af

licht op, neem toe,
val je een gat
in de dag