Centrale Bibliotheek feestelijk heropend
Wethouder van Onderwijs, Cultuur en Toerisme, Said Kasmi en directeur van Bibliotheek Rotterdam, Theo Kemperman heropenden op dinsdag 21 januari de vernieuwde hal en eerste etage van de Centrale Bibliotheek. Tijdens deze feestelijke ‘housewarming’ werden nieuwe en bestaande huisgenoten officieel welkom geheten.
De afgelopen maanden zijn de begane grond en de eerste verdieping van de Centrale Bibliotheek in nieuwe stijl ingericht om weer een aantal nieuwe huisgenoten plaats te bieden. Samen met de nieuwe én bestaande partners, in al hun diversiteit, biedt Bibliotheek Rotterdam alle Rotterdammers van jong tot oud zo nóg meer mogelijkheden om mee te doen en weerbaar te zijn in de snel veranderende samenleving.
‘Huis van de stad’
Theo Kemperman liet tijdens de housewarming weten hoe belangrijk en waardevol dit samenwerken is voor de bibliotheek én voor alle Rotterdammers. ‘Dat biedt ontzettend veel mogelijkheden en meerwaarde; één en één is in dit geval niet twee, maar drie of soms wel vijf’. Wethouder Kasmi is blij met het resultaat van de herinrichting van de Centrale Bibliotheek die hij ‘zijn bibliotheek’ noemt. ‘Het is een huis van de stad, met boeken en workshops en zóveel meer. Waar je mensen ontmoet en waar iedereen welkom is en zich veilig kan voelen.’
Nieuwe én bekende huisgenoten
Nieuw op de begane grond vind je boekhandel Donner, Starbucks en de Bieb to Go. Ook ‘oude bekenden’ als Rotterdampas, Muziekweb en Bistrobar Binnenrotte vind je op de begane grond. Op de eerste etage is de Jongerenvloer vernieuwd met een podium, een loungehoek, de Maakplaats en veel plekken om te studeren of werken. In het vernieuwde Leercentrum kun je naast vragen over taal ook terecht met vragen over digitale zaken, zoals de digitale overheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin vind je op de tweede etage.
Verder vind je een vernieuwde informatiebalie, meer studie- en werkplekken en comfortabele zitplekken om te lezen of met elkaar in gesprek te gaan. ‘Een plek waar Rotterdammers zich thuis kunnen voelen’, aldus Theo Kemperman.