Het luistert bijna als een spannend boek; de ontdekking van de niet voor de hand liggende oorsprong van Puccini’s ‘Madama Butterfly’ uit 1904. Specialist media John Valk blogt erover.
Inspiratie uit het oosten
Men ging er lange tijd vanuit dat de belangrijkste melodieën van de opera alleen terug te voeren waren op Japanse muzikale bronnen. Het lag ook voor de hand in die richting te denken; de opera speelt zich namelijk af in Japan. Tijdens een bezoek met familie aan het Morrismuseum in Morristown (New Jersey), een museum voor speeldozen en mechanische instrumenten deed de Amerikaanse musicoloog W. Anthony Sheppard echter een verrassende ontdekking.
Het oosten was rond 1900, de tijd waarin de Italiaanse operacomponist Puccini leefde, een geliefde bron van inspiratie voor componisten. Het gebruik van pentatoniek en parallelle kwarten was daarbij een dankbaar muzikaal hulpmiddel. Luister bijvoorbeeld naar Ravels muzikale schets van een Chinees theekopje in L'Enfant et les Sortilèges (1925).
Hoe kwam Puccini aan oostere inspiratie?
Opnames bestonden er nog niet, etnomusicologisch onderzoek stond nog in de kinderschoenen. En van Chinese of Japanse muzikanten, die Europa aandeden kon ik geen aanwijzingen vinden. Klinkende muziek kon rond 1900 alleen vastgelegd worden in speeldozen en mechanische instrumenten. En als je toevallig de wereldtentoonstelling in Parijs 1889 bezocht had, dan kon je daar live alleen Vietnamese/Javaanse muziek horen. Transcripties bestonden er wel. Een boek met genoteerde Chinese muziek, uit 1884 door de Vlaamse J.A. van Aalst, kan beschouwd worden als bron voor een aantal muzikale thema’s in Turandot.
Puccini en de Speeldoos
Het was ook bekend dat Puccini in deze opera Chinese melodieën gebruikte, die hij leerde kennen via een 'Chinese' speeldoos. Hij kwam volgens de overlevering hiermee in aanraking tijdens zijn bezoek aan baron Edoardo Fassini-Camossi in 1920, die zowel bekend was als militair veteraan tijdens het neerslaan van de Chinese Bokseropstand als componist met diverse bladmuziekuitgaven op zijn naam. Drie melodieën uit deze Fassini-speeldoos werden gebruikt in Puccini’s laatste opera ‘Turandot’, die hij bij zijn overlijden in 1924 onvoltooid achterliet. Het meest populaire lied, gewoonlijk 'Mo Li Hua' (Jasmijnbloem) genoemd, beeldt de verleidelijke en glorieuze trekken van de sprookjesprinses Turandot uit. Een andere melodie begeleidt de binnenkomst van de drie ministers. De derde dient als een keizerlijke hymne.
We gaan er even vanuit dat de speeldoos die Sheppard in het Morrismuseum ontdekte dezelfde is als die Puccini beluisterde bij baron Edoardo Fassini-Camossi. Onder de Chinese melodieën bevat deze speeldoos verrassenderwijs ook een thema dat we terughoren in 'Madama Butterfly'. Puccini gebruikte dus niet alleen diverse populaire Japanse melodieën, waaronder 'Sakura, Sakura' en 'Miya Sama' voor 'Madama Butterfly' maar deinsde er tegelijkertijd niet voor terug ook zijn toevlucht te nemen tot Chinese muziek. Butterfly zingt de melodie in dezelfde toonaard als die de speeldoos laat horen. Er is in de aanloop naar "Madama Butterfly" een brief, waarin Puccini schrijft: "Ik heb nu voldoende materiaal van het gele ras."
Oosterse invloeden in 'Madama Butterfly'
Het hoofdthema voor de 'geisha' Butterfly draagt in de partituur de titel ‘She Pah Moh’. Deze is weer te herleiden tot een in China controversieel, erotisch getint lied ‘Shiba Mo' oftewel ‘12 aanrakingen’. Puccini werd geprezen om zijn ‘Japanse’ orkestraties, maar de uitwerking van “Shiba Mo’ kan het beste omschreven worden als ‘klinkend als een speeldoos’. Luister naar het oorspronkelijke thema van 'Shiba Mo':
De muziek bij de opkomst van Butterfly aan het begin van de opera bereikt een muzikale climax met een lichte verwijzing naar de eerste maten van 'Shiba Mo'. Het gebruik van staccato in de fluitmuziek, piccolo, klokkenspel en harp vanaf maat 41 laat dit fragment min of meer als een speeldoos klinken:
Kijk en luister naar een uitvoering van 'Madama Butterfly' van bovenstaand fragment (vanaf 9.22m):
Het tweede muzikale motief, dat je hoort wanneer gerefereerd wordt aan de dood van Butterfly’s vader, heeft menig onderzoeker doen speuren naar Japanse bronnen. Dit motief duikt echter in de speeldoos op bij twee Chinese melodieën en keert in een licht afwijkende vorm terug in ‘Turandot’ als onderdeel van de keizerlijke hymne. Hetzelfde muzikale thema verwijst zowel in ‘Madama Butterfly’ als in ‘Turandot’ naar de exotische vader. De openingsmaten van 'Turandot' borduren met een tussenpose van 16 jaar voort op het slot van Madame Butterfly.
Hoe waarschijnlijk is het dat Puccini de speeldoos beluisterde die nu in het bezit is van het Morrismuseum?
De speeldoos is van Zwitserse makelij. Zwitserland stond niet alleen bekend om zijn technisch hoog gekwalificeerde klokken en horloges, maar in die tijd ook om zijn verfijnde speeldozen. En voor exotische melodieën was zeker een markt. Ongepubliceerde brieven uit het Fassini-archief lijken erop te wijzen dat de speeldoos vele jaren eerder, ook al tijdens het componeren van Madame Butterly in het bezit was vam de bevriende Fassini-familie. Naam en adres van een reparatiewinkel in Rome op het muziekblad geven aan dat deze speeldoos zich in Italië moet hebben bevonden. Weinig speeldozen bevatten deze combinatie van melodieën.
Het beste bewijs vinden we misschien wel dieper in de speeldoos. Daar heeft iemand een profieltekening gemaakt van een vrouwenfiguur. Daaronder zien we wat ondefinieerbare tekens. Sheppard dacht aanvankelijk dat die misschien wel afkomstig was van de reparateur. Nadere bestudering van aantekeningen in partituurhandschriften van Puccini lijkt te wijzen op opvallende overeenkomsten. In bladmuziektranscripties van Chinese melodieën uit die tijd treffen we niet de melodieën van de speeldoos, met uitzondering van 'Sinfa’ en ‘Mo Li Hua’.
Zo onthulde een min of meer toevallig bezoek aan een museum een onverwachte bron voor Puccini’s opera ‘Madama Butterfly’ met even zo verrassende link naar zijn laatste opera ‘Turandot’. Kijk en luister naar de korte uitleg van Sheppard zelf:
Bronnen
Te leen in Bibliotheek Rotterdam
E-books
- De premiere door Theun de Vries
Relaas van de première van de opera "La fanciulla del West" van de Italiaanse componist Giacomo Puccini in New York in 1910. - Opera door Benjamin Rous
Een geschiedenis in 27 sleutelwerken. Bespreking van de ontwikkeling van de opera tussen 1600 en 1950 aan de hand van de analyse van 27 opera's, steeds één per componist, waaronder Turandot van Puccini.
Boeken
- Puccini, door Jos van Leeuwen (Biografie en oeuvrecatalogus van de Italiaanse componist (1858-1924)
- The complete operas of Puccini : a critical guide, door Charles Osborne
- Muziek uit stekels en gaten: over mechanische muziekinstrumenten, harfenuhren en andere speelklokken, maar in het bijzonder over de speeldoos door Jaco van Witteloostuijn en Ruud Maas
- Giacomo Puccini, 1858-1924, Madama Butterfly : tragedia giapponese in tre atti , Libretto van en bijdragen over de opera van de Italiaanse componist (1858-1924) door L.Illica.