Annie M.G. Schmidt, mijn muze
Wie denkt aan liedjes als ‘Vluchten kan niet meer’ ‘Ja zuster, nee zuster’, zal daar misschien in eerste instantie de naam van Annie MG Schmidt aan vastkoppelen. De kracht van die liedjes zit vooral in de ijzersterke combinatie van tekst en muziek. ‘Mijn muze’ zo noemde componist Harry Bannink (1929-1999) haar. Annie M.G. Schmidt was waarschijnlijk zijn meest favoriete leverancier van teksten. De verjaardag van Annie M.G. Schmidt op 20 mei is een mooie gelegenheid om de samenwerking tussen hen onder de loupe te nemen. Ik wil me daarbij vooral richten op de onnavolgbare manier waarop Bannink haar teksten en gedichten van muziek voorzag.
Toonzetter
Harry Bannink was misschien wel de meest talentvolle liedjesschrijver die Nederland ooit heeft voortgebracht. Hij wist een constante kwaliteit te handhaven in een onwaarschijnlijk groot aantal van meer dan 3.000 liedjes die hij schreef op teksten van onder andere Annie M.G. Schmidt en Willem Wilmink. Bannink kon, zo liet hij zichzelf weleens ontvallen, geen teksten lezen zonder daarbij muziek te horen. De qualificatie ‘componist’ was volgens hemzelf dan ook niet echt van toepassing. Hij noemde zichzelf bij voorkeur ‘toonzetter’. Henny Vrienten, die in de laatste jaren tot aan zijn dood nauw met hem samenwerkte, vroeg Bannink eens, benieuwd naar het geheim van zijn gave, hoe hij nu eigenlijk te werk ging met het op muziek zetten van teksten. Het antwoord was misschien wel even voor de hand liggend als simpel: lees jezelf de tekst hardop voor, dan komt de muziek vanzelf.
De gave van Harry Bannink
Bij Bannink word je bij bijna elk lied gegrepen door de uitzonderlijke kwaliteit. Waar zit dat in? In ieder geval kun je stellen dat zijn muziek op een geheel eigen wijze geheel in dienst staat van de tekst. Deze volgt nauwgezet het natuurlijke ritme van de tekst, de adempauzes, de accenten, de natuurlijke stemverheffingen wanneer je de tekst zou voorlezen. En die teksten of gedichten hoefden voor hem niet in een strak kloppend metrisch schema verpakt te zijn, zoals bij Annie M.G. Schmidt vaak het geval was. Het was voor hem juist een uitdaging oplossingen te vinden voor onregelmatigheden en afwijkingen in het metrum van de tekst. Dat en de vaak rebelse ondertoon van haar teksten tekende de verwantschap tussen Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink.
Maar wat maakt zijn muziek afgezet tegen de pakkende teksten van bijvoorbeeld Annie MG Schmidt zo sterk? Wat een goede componist laat uitsteken boven de middelmaat, is denk ik, dat hij deels leunt op wat bij luisteraars min of meer bekend in de oren klinkt en daar op onverwachte momenten of wanneer de tekst daarom vraagt, net iets (bijna ongemerkt) van afwijkt, in metrisch, ritmisch en/of harmonisch opzicht. Dat zie je in bijna alle door Harry Bannink op muziek gezette teksten terug. En je hoort ook wel eens, dat een lied pas sterk is als de melodie in je hoofd blijft hangen en als je het makkelijk na kunt zingen. Eenvoud is dan vaak het sleutelwoord, zo ook bij Bannink. Hoewel Bannink een begenadigd jazzpianist was, waar het gebruik van ingewikkelde akkoorden niet ongewoon is, gebruikte hij die over het algemeen niet in zijn arrangementen. De samenstelling van de akkoorden, die je hoort in zijn muziek, is over het algemeen eenvoudig. De akkoordprogressies en omschakelingen naar andere toonsoorten klinken tegelijkertijd voor de hand liggend en verrassend.
Vluchten kan niet meer
Om de kwaliteit van Banninks creativiteit in het muzikaal inkleden van een tekst proberen te omschrijven wil ik in deze blogs nader inzomen op ‘Vluchten kan niet meer’, het dramatisch hoogtepunt uit de musical 'En nu naar bed', op een tekst van Annie MG Schmidt. Ik wil niet beweren dat ik met deze analyse de kern van zijn uitzonderlijke vakmanschap raak. Ik hoop wel dat de muzikale ingrediënten en de voor hem zo typerende bereidingswijze enigszins blootgelegd te hebben.
Hieronder het gehele nummer 'Vluchten kan niet meer' gezongen door Frans Halsema en Jenny Arean:
Ik noemde net al het sleutelwoord ‘eenvoud’. Dat is naast muzikaal tekstbegrip zeker van toepassing op het lied ‘Vluchten kan niet meer’. In een korte instrumentale inleiding van vier maten herhaalt een kort motief zichzelf een paar keer binnen een Fm (F mineur/kleine terts setting).
De gebruikte noten keren in een andere melodieuze wending terug in het hierop volgende muzikale hoofdthema, ingezet door de twee zangers in een dalende melodieuze lijn van slechts drie noten As, G en F: Vluchten kan niet meer. Het onderliggende akkoord is Fm (F mineur/kleine terts, zie voor uitleg mijn blog Toonladders en akkoorden) en tegelijkertijd het grondakkoord in de gelijkname toonsoort. De twee stemmen zijn door het hele stuk heen volkomen gelijkwaardig. Een mineur/kleine terts-setting ligt ook voor de hand. Wij zijn zo ingesteld dat we muziek in een mineurtoonsoort meestal associëren met iets droevigs. Probeer die eerste zin maar eens binnen de tonen van een F majeur/grote terts akkoord te zingen; de tekst klinkt gelijk veel opener en dat wilde Bannink denk ik niet.
Dat geeft ook minder uiting aan de fatalistische ondertoon van de tekst. Misschien wat ver gezocht, maar Bach gebruikte aan het begin van de bekende aria uit de Mattheus Passion ‘Erbarme dich’, omgerekend naar deze toonsoort dezelfde vier noten. Kijk en luister naar het voorbeeld hieronder:
Na het statement met de tekst ‘Vluchten kan niet meer’ stijgt de melodische lijn meer terug naar de begintoon van het hoofdthema, de Ab, oftewel de terts binnen de Fm-toonsoort, met de versterkende tekst ‘k Zou niet weten hoe’. Daarna gaat de 4/4-maat bijna ongemerkt over in een 3/4-maat met een akkoordwisseling van Fm naar het ver weg liggende Eb om de vraag ‘hoever moet je gaan' te ondersteunen. Daarin openbaart zich onder andere meesterschap, die subtiele muzikale verwerking van de tekst.
De toon van de tekst verandert vervolgens van het statement ‘vluchten kan niet meer’ en de vraag ‘hoever moet je gaan?' via een dominant C7-akkoord naar Fm in een antwoord met onmogelijke soms tijdgebonden (ontbladeringslanden (Vietnam)) bestemmingen. Die dragen allemaal eenzelfde muzikaal motief met af en toe een kleine uithaal naar de hoogte. Bij ‘stranden’ lost de muziek via Bb7 op naar Eb onder ‘Hoe ver moet je gaan’ . Dan herhaalt hij het statement ‘Vluchten kan niet meer’ maar dan in een hele andere muzikale sfeer dan aan het begin, via C7 naar F. Die woorden klinken nu in een majeur/grote terts-setting veel opener dan aan het begin (Fmin/kleine terts). Hij verlaat even de aarde met de tekst ‘Zelfs de maan staat vol met kruiwagentjes en op Venus zijn instrumenten…’ door om te schakelen naar de majeur/grote terts toonsoort F. Dat geeft gelijk een heel andere sfeer. Ook vinden hier wat frequenter akkoordwisselingen plaats.
Na de tekst 'en op de aarde zingt de laatste vogel in de laatste lente' keert hij muzikaal gezien abrupt weer terug naar Fm in een 4/4-maatsoort, waarmee het begin nog eens wordt herhaald: ‘Vluchten kan niet meer ‘met de toevoeging van de ogenschijnlijk geruststellende tekst ‘schuilen alleen nog wel, schuilen bij elkaar’, dat muzikaal verbeeld wordt met weer een onderliggend mineur/kleine terts akkoord (Fm).
In de herhaling zien we dezelfde muzikale opbouw zoals ik hierboven heb geschetst. Mooi hoe Bannink tegen het eind in de maatwisseling van 4/4 naar 3/4, de melodie van de tekst ‘We maken ons eigen alternatiefje’ in triolen laat afspelen. Op die laatste tekstregel creëert hij een 5 maten durende spanning met de onderliggende dominant, een C7-akkoord om uiteindelijk op het basisakkoord Fm terug te keren.
Er volgen tot slot alleen nog de fatalistische, melancholieke en berustende woorden ‘vluchten kan niet meer’ in een einde aangevende opeenvolging van de slotmaten met respectievelijk een C7 en Fm akkoord (spanning-ontspanning).
Oorspronkelijk had Annie MG Schmidt hier ‘Vluchten hoeft niet meer’ in gedachten. Nog vóór de premiere van de musical ‘En nu naar bed’, op het laatste moment veranderde zij dat nog. Vluchten hoeft niet meer, dat gaf nog hoop. “Ik vind dit zo kinderachtig. Het moet gewoon vluchten kán niet meer zijn’', vond Annie. Dat maakt het fatalistisch. Zangeres Jenny Arean reageerde geschokt: "Ik vond het verschrikkelijk, heb lopen janken in de gang boven Carré, maar wist dat ze gelijk had."
Verder lezen
Harry Bannink, toonzetter door Toon Ouwehand
Eerbetoon aan Harry Bannink, de Nederlandse componist die liedjes schreef voor Willem Wilmink, Annie M.G. Schmidt en honderden liedjes voor Sesamstraat.
Anna: het leven van Annie MG Schmidt door Annejet van der Zijl
Anna is het meeslepende en inspirerende verhaal van een vrouw die in haar jeugd eigenlijk niets mee had, maar er toch in slaagde om alles uit haar leven te halen: Annie M.G. Schmidt. Op basis van een schat aan nieuw materiaal reconstrueerde Annejet van der Zijl de lotgevallen van de nog steeds immens populaire schrijfster: de hardnekkige zoektocht naar liefde, de onstuimige opgang tot ’s lands ‘schaduwkoningin’ en het roerige en soms inktzwarte persoonlijk leven achter de roem. Maar vooral wordt duidelijk hoe Annies humor en levensmoed door dit alles heen overeind bleef – tot letterlijk haar einde aan toe.
Bladmuziek van Harry Bannink
Van de meer dan 3.000 liedjes die Harry Bannink schreef, is slechts een fractie uitgegeven op bladmuziek. Bibliotheek Rotterdam heeft door de jaren heen zoveel mogelijk proberen te verzamelen:
Tip! Beluister de podcast van Gijs Groenteman in zijn speurtocht naar het geheim van de muziek van Harry Bannink. Hij gaat daarvoor in gesprek met zangers, producers, tekstschrijvers, muzikanten, die met hem samengewerkt hadden.
Liedtekst 'Vluchten kan niet meer'
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten hoe
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waar naar toe
Hoe ver moet je gaan
De verre landen zijn oorlogslanden
Veiligheidsraadvergaderingslanden, ontbladeringslanden, toeristenstranden
Hoe ver moet je gaan
Vluchten kan niet meer
Zelfs de maan staat vol met kruiwagentjes en op Venus zijn instrumenten
En op aarde zingt de laatste vogel in de laatste lente
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waar
Schuilen alleen nog wel, schuilen bij elkaar
Vluchten kan niet meer
Vluchten kan niet meer
Vluchten kan niet meer, heeft geen enkele zin
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waarin
Hoe ver moet je gaan
In zaken of werk, of in discipline
In Yin of in Yang of in heroine
In status en auto en geldverdienen
Hoever moet je gaan
Vluchten kan niet meer
Hier in Holland sterft de laatste vlinder op de allerlaatste bloem
En alle muziek die overblijft is de supersonische boem
Vluchten kan niet meer, 'k zou niet weten waar
Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar
We maken ons eigen alternatiefje
Met of zonder boterbriefje
M'n liefje, m'n liefje, wat wil je nog meer
Vluchten kan niet meer
Vluchten kan niet meer