Het verhaal van Albertine: 'Maar dat kan ik makkelijk zeggen ...'
De bibliotheek bouwt samen met Rotterdammers de collectie. Voor Verhalen van de stad delen tien Rotterdammers die een link hebben met de koloniale geschiedenis of het slavernijverleden hun verhalen met ons. Ze vertellen over de boeken en films die hen hebben geïnspireerd bij de zoektocht naar hun (familie)geschiedenis. Op deze pagina lees je het verhaal van Albertine Duin-barones van Lynden.
Albertine wordt in 2018 geconfronteerd met de zoektocht van haar dochter Maartje naar haar verre voorouders, die een aandeel hadden in een plantage in Suriname. Dat vindt ze lastig, maar toch besluit ze om mee te werken. De zoektocht levert uiteindelijk de podcast ‘De plantage van onze voorouders’ op.
Tot hoever is uw familiegeschiedenis bekend?
Ik denk wel tot het jaar 1307 ofzo. Mijn vader behoorde tot de Nederlandse adel. Zijn familiegeschiedenis is bekend. Het is voor mij zo vanzelfsprekend, dat ik me niet kan voorstellen dat iemand zijn familiegeschiedenis niet kent. Ik hecht er daarom ook niet zoveel waarde aan. Maar dat kan ik makkelijk zeggen, want als ik wil, kan ik het archief altijd raadplegen.
Uw dochter ontdekte een voormoeder die een aandeel had in plantage Tout lui faut in Suriname. Hoe kwam zij daar achter?
Maartje was in 2018 voor het eerst op het Keti Koti festival in Amsterdam. Keti Koti wordt gevierd op de dag van de afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen, op 1 juli. Op het festival zag ze alleen zwarte mensen. Maartje vroeg zich af waar alle witte mensen waren, want volgens haar waren zij ook onderdeel van die geschiedenis. Dat inspireerde haar om op ontdekkingstocht te gaan en ze is bij zichzelf begonnen. Ze vroeg zich af of haar voorouders betrokken waren geweest bij slavernij. In het Nationaal Archief vond ze een document waaruit bleek dat een voormoeder van mij 1/72 aandeel had in een suikerplantage.
Wat vond u daarvan?
Ik vond dat lastig. Waarom moest ze dat allemaal oprakelen? Die tijd was geweest en al die mensen waren al dood, daar kon ik toch niks meer aan doen. En toen was ze ook nog benieuwd of ze nazaten kon vinden van de tot slaaf gemaakten van de plantage. Maartje is radiomaker en podcastmaker. Dus dat wilde ze op deze manier onderzoeken en delen, met de rest van Nederland. In het begin vond ik dat helemaal niet leuk. Ze had mij natuurlijk nodig, want het was ook mijn familiegeschiedenis. Ik dacht ‘dat ga ik echt niet doen’. Ik zag de hele familie al over me heen walsen. Ik ben wel opgevoed met maatschappelijk bewustzijn, maar meer als in ‘doe normaal’. Niet dat je activist werd ofzo.
Maar Maartje worstelde met dit deel uit haar familiegeschiedenis. Ze is zich altijd bewust geweest van alle kansen die zij heeft gehad. Ze is maatschappelijk betrokken. Als kind al. Ze stond op tegen ongelijkheid. Dan wilde ze een vriendje van mijn zoon meenemen op vakantie, omdat hij nog nooit met vakantie was geweest. Of wees ze mij als puber op mijn bevoorrechte positie. Daar hebben we het vroeger best lastig mee gehad samen.
Ik heb uiteindelijk besloten om mee te doen, omdat het me niet meer zoveel kan schelen wat andere mensen denken. Hoewel ik daar best een prijs voor heb moeten betalen. Niet iedereen kan zo’n publiekelijk onderzoek waarderen. Ik ben een keer met Noraly Beyer, voormalig NOS-nieuwslezeres, in gesprek geraakt. Zij vroeg mij of ik anderen vertelde over het onderzoek van Maartje. En toen ik nee zei, reageerde ze heel beslist met ‘oh, u duikt.’ Die reactie trof mij. Ik vond het laf van mezelf. Dus toen ben ik niet meer gaan duiken.
Heeft ze nazaten kunnen vinden?
Ja, Peggy Bouva. Ze hebben samen de podcast ‘De plantage van onze voorouders’ gemaakt. In de podcast luister je naar hoe Maartje Peggy op het spoor komt, hoe ze samen het onderzoek doen, waar ze tegen aanlopen. En wat ze vinden. Peggy bleek zelf op zoek naar haar familiegeschiedenis, maar zij kon niet zoveel vinden, zoals ik dat wel kan. Nazaten van tot slaaf gemaakten moeten het met kruimeltjes doen. Er is gewoon niets. Alleen lijsten met namen, hun werk, geslacht en leeftijd.
Wat is uw bijdrage in de podcast?
In de podcast vertegenwoordig ik natuurlijk de rol van de witte mevrouw die er eerst niks van moest weten. Gaandeweg, tijdens de afleveringen van de podcast doorga ik een ontwikkeling. Laat ik het zo zeggen, het heeft mij heel lang gekost, ook tijdens die podcast, om te zien dat slavernij een blijvend effect heeft op de samenleving van vandaag. Dat vond ik in het begin zo overdreven, daar snapte ik niks van. En opeens, ik weet niet hoe dat kwam, ja door het gedram van Maartje ook. Maar daar is een knop omgegaan.
Welke knop is er omgegaan?
Ik kwam in aanraking met thema’s zoals racisme en discriminatie. Het is belangrijk om hiertegen een stem te kunnen hebben. Ik realiseer me dat witte mensen is meegegeven dat zwarte mensen minder zou zijn. En ja, ik schrik ervan, maar als ik terugkijk naar kinderliedjes uit mijn jeugd, zak ik liever door de grond dan dat ik die herhaal. En zo’n discussie over ‘ze doen zo zielig’ vind ik ook niet gepast. Ze doen niet zielig, ze doen hun mond open. En je bent natuurlijk blind als je niet ziet dat zo’n toeslagenaffaire bijvoorbeeld op deze manier heeft kunnen ontstaan.
Wat heeft nog meer bijgedragen aan uw kennis?
Ik heb documentaires bekeken en veel boeken gelezen. Ik ben begonnen met wat meer toegankelijke literatuur. Toen Maartje bezig was met de podcast verslond ik romans van Cynthia McLeod. Haar romans zijn een makkelijke manier om je te verdiepen in het leven tijdens de periode van slavernij, de sfeer op zo’n plantage en het leven van de mensen. Waarin naast ongelijkheid ook onderlinge gevoelens werden beschreven zoals irritatie en liefde. Dat was nieuw voor mij. De man van veel van Karin Amatmoekrim beschrijft een periode van vrijheidsstrijder en schrijver Anton de Kom in de tijd dat hij in een gesticht zat in Den Haag in 1939. Vanuit zijn psychoses vertelt hij over zijn traumatische gebeurtenissen in het koloniale gezag in Suriname. Het is fictie en geen opgewekt boek, maar mooi geschreven. Arend van Dam heeft zich met De reis van Syntax Bosselman gericht op een jonger publiek. Het bewustzijn over het slavernijverleden en daaruit voortkomend racisme en discriminatie heeft met kennis te maken. Ik vind het belangrijk dat kinderen op een speelse wijze in aanraking komen met dit onderwerp. In de documentaireserie Alles is famiri volg je Amber Kortzorg, die nieuwsgierig is naar het land van haar afwezige Surinaamse vader. Ze bezoekt daar familie en mensen uit alle lagen van de samenleving. Ze voelt het verleden overal, maar mensen willen het er absoluut niet over hebben. Maar ook als ze niet over de slavernij willen praten, zit die verbondenheid met voorouders er heel diep in.
Wat heeft de zoektocht van Maartje u gebracht?
Achteraf gezien vind ik dat ze zo de juiste toon hebben gevonden in de podcast. Zij hebben mij kunnen overtuigen van de noodzaak om dit bespreekbaar te maken. En ik doe nu mijn mond open als ik een racistische opmerking hoor of als ik iets als racistisch ervaar. Niet drammerig, maar duidelijk.
3 juni: event 'Ons slavernijverleden: woorden en daden in Rotterdam'
Albertine kreeg door haar rol in de podcast meer oog voor de doorwerking van het slavernijverleden. Maar hoe bestrijd je dat? Ondernemer en D66-raadslid Joan Nunnely zet zich daar in de Rotterdamse gemeenteraad voor in en zal onder meer vertellen over de doorwerking van dit verleden op de arbeidsmarkt.
Een dialoogprogramma over nieuwe inzichten en daden in plaats van woorden met Peggy Bouva, Maartje en Albertine Duin en D66-raadslid Joan Nunnely. Op 3 juni van 14.00 tot 16.00 uur in bibliotheekvestiging Overschie.
-
Interview door Bianca de la Lettre
-
Lees meer over het project Verhalen van de stad
Albertine tipt ook:
-
Podcast De plantage van onze voorouders | In de achtdelige VPRO-podcastserie De plantage van onze voorouders (Prospektor/VPRO) onderzoekt de dochter van Albertine Duin-barones van Lynden, Maartje Duin samen met Peggy Bouva de sporen van het slavernijverleden in hun familiegeschiedenis.
-
Documentaire Ida Does - Het is geen verleden | Noraly Beyer heb ik leren kennen in Museum van Loon. Ik zei dat ik het onderwerp slavernijverleden met mijn vrienden uit de weg ging. Vriendelijk maar ook streng zei zij: ‘U duikt dus.’ Dat raakte me. Ik ben begonnen me vaker uit te spreken. Dat was lastig, ik kreeg soms ruzie. Nog steeds zeg ik er iets van als iemand een racistische opmerking maakt. Maar als iemand begint met: ‘Weet je wel dat de Ghanezen zelf ook slaven hadden?’ zucht ik diep en denk: daar heb ik geen zin in. Omdat ik nu meer kennis heb, voel ik me steviger in mijn schoenen staan.
Ik vind Noraly een heel rustige, sympathieke brenger van het slechte en goede nieuws. In deze film gaat ze met betrokkenen van de Decembermoorden in 1982 in gesprek. Er zijn makkelijker onderwerpen Ze omzeilt de klippen van mensen die niet willen praten. Ze kan zelf haar emoties bedwingen maar je ziet dat ze heel erg betrokken is.
Toen we in Suriname waren, weet ik nog dat Maartje zei: ‘Begin maar niet over Bouterse’. Als we het dan heel voorzichtig wel deden, keken mensen weg. Omdat hun broer een baan had als ambtenaar, of zo. We kwamen ook langs de buurt waar Bouterse woonde. Gigantische panden met enorme hekken eromheen. Het verschil met de armoedige huisjes in Frimangron vond ik wel treurig. Het is ongelofelijk dat de aanstichter van de Decembermoorden 20 jaar gevangenisstraf krijgt en dat niet hoeft uit te zitten. Ik had gehoopt dat er met Santokhi een nieuwe wind ging waaien, maar dat valt tegen. -
Aflevering 'Nieuwe blik terug' over Josef Nassy | Kunstschilder Josef Nassy (1904-1976) is getuige van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Terwijl hij gevangen zit in een interneringskamp, legt hij het zware, uitzichtloze leven van de mensen om hem heen vast. Nassy weet het lijden in krachtige penseelstreken te vangen. Maar hoe komt deze Surinaamse schilder van joodse afkomst, inwoner van België maar met de Amerikaanse nationaliteit, in het kamp terecht? Orville Breeveld begint zijn zoektocht in Suriname, waar Nassy de eerste veertien jaar van zijn leven woont. Daarna neemt Nassy's leven een aantal opmerkelijke wendingen. (Omschrijving van de NTR bij de documentaire).
-
Voorstelling Sites of Memory: Returning the Gaze | Deze voorstelling zag ik op het Abdijplein in Middelburg. In 1596 kwam een slavenschip in Middelburg aan. Zwarte mensen, dat hadden ze nog nooit gezien in Zeeland. Die moesten als de wiedeweerga gedoopt worden, want als christen waren ze wat minder eng. Slavernij op Nederlands grondgebied was toen verboden. Zo goed en kwaad als het ging moesten ze ondergebracht worden in Middelburg, eigenlijk wel een actueel thema qua asielbeleid. Maar na een half jaar wisten de schout en de schepen niet wat ze ermee aan moesten. Ze moesten weer weg en werden alsnog tot slaaf gemaakt.
Het was een hip stuk, in de catacomben van de Abdij, een heel mooie omgeving. In het begin raakte het me niet: heel erg boze dansen en schreeuwerige toneelspelers. Dat je denkt: hier hoor ik niet bij. Maar daarna gingen we naar het plein, daar werd ook gedanst. Toen gingen ze vlaggen ophangen tussen de bomen en het publiek moest dat ook doen. Dat gaf verbondenheid. Dat je dacht: nu zijn we met z’n allen. Als je elkaar ontmoet en samen iets kunt doen, voel je je minder opgelaten. -
Documentaire Over Alles is Famiri | Dat vond ik zo mooi! Amber Kortzorg heeft een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader met wie ze een slechte band had. Hij was verdwenen. Daar deed ze niet sentimenteel over, dat was gewoon zo, punt. Voor deze serie ging ze met een cameraploeg naar Suriname allemaal familie opzoeken. Mensen die, zoals wij het noemen, aan bijgeloof doen, medicijnmannen die met kruiden de dorpsbewoners beter maken. Maar ook mensen van de christelijke zending. Ze ging ook in op de economie van Suriname. Stoere jonge vrouwen die vertelden hoe ze de eindjes aan elkaar knoopten. Zo had ze elke week een onderwerp, dat ze heel open benaderde, want ze wist niet zoveel.
Ik keek elke zondag met heel veel plezier, maar ik dacht: wanneer komt die vader nou eens tevoorschijn? Haar doel was om hem te leren kennen. Nou jongen, toen zaten ze daar op twee klapstoeltjes stijfjes aan de rivier, heel erg ongemakkelijk. En op een gegeven moment bereikten ze elkaar toch. Het eindigde met een brasa.
Het gaf een heel mooi beeld van de veerkracht van Surinamers. Je voelt het verleden overal, maar ze willen het er absoluut niet over hebben. Alleen al die twee mannen die in het oerwoud winti preys doen… In Suriname bezocht ik met Maartje plantage Berlijn, waar net zo’n bijeenkomst geweest was. We gingen naar een open plek in het bos, ik zag het voor me, die mensen begeistert in een kring, wat wij niet snappen… Dat voelde ik hier ook weer, en dat heeft met voorouders te maken. Hun krachten worden dan opgeroepen, hun goedkeuring. Ook als je niet over slavernij wilt praten, zit die verbondenheid met de voorouders er heel diep in.